Een ochtend uit het leven van twee peuters…

Wakker worden.

Tegenspartelen, want jullie hebben geen zin om een schone luier om te krijgen. Maar o wee als ik jullie op het potje zet, dat willen jullie ook nog niet.

Nog meer tegenspartelen, want kleertjes aantrekken, daar houden jullie momenteel niet van.

Ontbijten.

Kwaad worden omdat mama vergeet dat jullie vanaf nu zelf jullie boterhammen willen smeren.

Nog kwader worden als blijkt dat de paté op is en dat de keuze beperkt is tussen choco of confituur.

Uiteindelijk toch alles opeten en vol goede moed zelf de tweede boterham smeren.

Kwaad worden omdat jullie monden en handen afgeveegd worden wegens teveel choco in een keer.

Tegen Grote Broer en Zus aan kruipen in de zetel om een flesje melk te drinken.

Kwaad worden wanneer we naar school moeten vertrekken.

Toch blij zijn wanneer jullie zien dat we met de bakfiets gaan.

Huilen als Grote Broer en Zus door de schoolpoort stappen en jullie nog niet mee mogen.

Helemaal door het dolle heen zijn als we langs een paard fietsen en luidkeels “I-AAAAAAAAAAAAAAAAAA” roepen.

Kwaad worden op elkaar omdat jullie precies op dezelfde plaats in de fiets willen zitten.

Bij thuiskomst ruzie maken over wie eerst uit de fiets getild mag worden. (Ze er tegelijk uit tillen, hielp niet, ze wilden toch écht eerder dan de ander zijn.)

Boos worden omdat jullie geen koek mogen.

“Hoera!” roepen omdat een banaan het alternatief blijkt te zijn.

Stiekem de tv aanzetten.

Boos worden omdat ik die weer uitzet.

Zonder schoenen aan naar buiten lopen en in de zandbak springen.

Gefrustreerd zijn omdat jullie sokken nat zijn, maar ze toch niet willen uittrekken.

Eenmaal weer binnen ruzie maken over een brandweerhelm, terwijl we er 2 identiek dezelfde hebben.

Als ik boos word, samen weglopen, simultaan mopperend op mama, allebei zonder brandweerhelm.

10u30. Jullie lopen zelf naar bed en geven zelfs een kusje aan elkaar.  Het maakt niet eens uit wie ik eerst onderstop.

Ach, die zalige peuterpubertijd, nu x 2.   Ik kijk al uit naar de volgende fase. De fase waarin ze niet meer zo gefrustreerd zullen zijn x2 🙂

P1060566

Ze lijken zo goed op elkaar… #2

Na de vergelijking van onze twee jongens, kon een post over onze twee meiden niet achterblijven natuurlijk. Kind 2 en Kind 4 dus.

Lijken zij goed op elkaar? Absoluut! Het valt ons alleen niet altijd zo op omdat ze veel makkelijker zijn dan de jongens (zo, daar heb je de eerste overeenkomst al). Niet dat onze jongens moeilijk zijn trouwens, ze hebben alleen iets vaker een handleiding, zoals mijn Wederhelft dat dan noemt.

Als baby moesten ze van geen tut weten. Wel besloten ze allebei een Difrax-knuffeltje tot favoriete knuffel te bombarderen. Fantastische knuffeltjes, ware het niet dat ze allebei kozen voor een model en kleur dat uit collectie ging. Geen mogelijkheid tot aanschaf van een reserve dus. *lichte stressfactor*.

Naast het feit dat ze niet zonder hun knuffeltje kunnen, zijn het ook onze beste slapers. Kind 2 sliep al goed, maar Kind 4 is echt een schone slaapster. Ze gaan zonder morren naar bed, lieten de nachtfles relatief snel en probleemloos vallen én ze zijn iedere morgen vrolijk wakker. Wat een genot!

Qua uiterlijk lijken ze niet op elkaar, qua kledingsmaak dan weer wel. Net als Kind 2 destijds (en nog steeds), kiest Kind 4 nu ook resoluut voor ‘roze, blingbling en prinsessig’. Ze houden van verkleden en vinden het fantastisch als hun nageltjes gelakt worden. Nagels lakken is trouwens ook de enige manier om ze stil te laten zitten, want het zijn allebei enorme wiebelkonten.

Onze meisjes zijn ook de meest extraverte van de vier. Ze houden van showtjes opvoeren en lopen te zingen en te dansen. Nu Kind 4 ook wat ouder wordt, merken we dat ze elkaar daar helemaal in gevonden hebben. The Voice 2025, be prepared.

Onze meisjes, ze schelen 16 maand. Onze showbeesten, onze babbelkousen. Onze meisjes die van extreem gelukkig naar diep ongelukkig en omgekeerd kunnen in 2 seconden. Onze dramaqueens die zo graag knuffelen, maar binnen een halve minuut al weer iets anders willen doen. Zij die Papa met een oogopslag en een trillend lipje zo om hun vinger kunnen winden…

Benieuwd of ook zij in de toekomst nog meer op elkaar gaan lijken 🙂

Pas geboren:

CIMG0036 (2)  P1000287  CIMG0107  P1000342

1 jaar:

P1080411   P1050494

2 jaar:

P1030879  P1050895

Grote Zus en Kleine Zus samen de afgelopen maanden: 

P1010129  P1050760P1030177

Zeg me alsjeblieft dat het beter wordt…

“Zeg me alsjeblieft dat het beter wordt..!”

Zo werd ik deze morgen aangesproken op de parking van de supermarkt door een nog relatief kersverse tweelingmama, Worstelend met een te klein winkelwagentje voor 2 maxi-cosi’s waarin de krijsende tweeling duidelijk te kennen gaf ze het er niet mee eens waren. Met wallen onder haar ogen en een rode blos van spanning en vermoeidheid.

Het enige wat ik kon zeggen is dat het effectief beter wordt, maar dat het niet voor de eerste maanden zou zijn…

P1080984

Want echt, tweelingbaby’s zijn – naast fantastisch, schitterend en wonderbaarlijk – vooral erg hard werken. Twee baby’s tegelijk betekent zoveel meer dan dubbel werk, echt waar. Het is constant keuzes moeten maken: wie troost ik het eerst, met wie knuffel ik eerst, naar welk kamertje loop ik eerst als ze ’s nachts huilen. Hartverscheurend, zo midden in de nacht.

En uiteraard, je wordt er heel snel handig in. Al na een dag kun je ze tegelijk voeden, samen de trap af dragen en samen knuffelen. Maar toch, het blijft anders dan wanneer er maar een hummeltje is.

P1000345  P1000368 P1000369

Hier op de foto’s respectievelijk 1 dag, 1 week en 10 dagen oud

Je moet nummer 1 ’s nachts wakker maken als nummer 2 een voeding vraagt en omgekeerd. Dan blijven ze in hetzelfde ritme. Is dit leuk voor hen? Nee, maar het is niet vol te houden anders. In het begin lukte het niet meteen en toen zat ik 48 u lang om het anderhalf uur een flesje te geven. Op het einde wist ik van voor niet meer dat ik vanachter nog leefde. Maar, zoals met alles in het leven, net op het moment dat je denkt dat je niet meer kunt, dat je echt op je tandvlees zit, dan gaat het plots beter.

P1020443

En ja, ze dronken hun flesjes vaak alleen, ondersteund door een tetradoek. Buitenstaanders vonden dat zielig. Ik kan je verzekeren, het is nog zieliger om een van beiden een half uur te laten krijsen omdat je eerst broer of zus aan het voeden bent. Only twinparents know...

Maar hoe wij de eerste maanden zijn doorgekomen? Gewoon, verstand op nul en blijven gaan. Heel de wereld moest om ons gezin draaien. Wie er in wilde meedraaien, was welkom. Wie dat niet zag zitten, die kon vertrekken. Sympathiek was het niet, maar een mens moet iets, zo met geen slaap en 4 kleine kinderen…

P1020077 Boodschappen met z’n vieren doe je zo 🙂

Maar kijk, na de mijlpaal van 1 jaar merkten we dat alles makkelijker werd. Het ‘zorgen voor’ werd iets minder en we konden steeds meer genieten. Niet dat we dat die eerste 12 maanden niet gedaan hebben, maar het was zo druk dat de tijd door onze vingers glipte…  Ze leerden stappen, ontwikkelden zich net als de andere kinderen en zochten interactie met grote broer en zus.

IMG_0541

En ondertussen zijn ze 2 geworden.  We genieten, van hun drukte, van hun herrie, van hun ontwapenende verwondering over doodgewone dingen. Want dat is dan weer het voordeel: je hebt meer dan dubbel zoveel werk, maar ook meer dan dubbel zoveel plezier!

IMG_5469

Dus lieve onbekende mama van deze morgen:  Het komt allemaal goed. Over een paar jaar kun je lachen om de foto’s van die eerste maanden waarop je er als een zombie uitziet. Je zult misschien zelfs met een tikje weemoed terugdenken aan die nachtelijke overlevingstochten om ze toch maar allebei gevoed, verschoond en in slaap te krijgen, elke keer weer.

Probeer in alle hectiek toch te genieten, neem heel veel foto’s, want je vergeet zo snel. Roep op tijd om hulp als het te veel wordt en voor de rest: verstand op nul en gaan.

Zijn er nog tweeling-/meerlingmama’s die hun “overlevingstips” willen delen?

Brief aan Kind 4, mijn hartenbreekster

Lieve meid,

Je bent onze 4de spookje. De nummer 4 waarvan we stiekem hoopten dat hij of zij niet lang na nummer 3 zou komen. Dat je maar een klein half uur na nummer 3 zou komen, was dan ook fantastisch nieuws.

Al tijdens de zwangerschap had je een uitgesproken eigen mening. Zo bleef je in stuit liggen. Waarschijnlijk een stuk comfortabeler, zo yin-yang-gewijs met je broer. Toen je bij de 36-weken echo nog steeds niet gedraaid bleek te zijn, heb ik hemel en aarde bewogen om de gynaecoloog ervan te overtuigen dat ik toch zonder keizersnede zou bevallen. Hij stemde toe.

Alle moeite bleek overbodig geweest te zijn. Op 36 weken en 4 dagen besloot je dan toch te draaien. “Alles op z’n tijd”, moet je gedacht hebben. Toen je Broer geboren werd, toonde je je opnieuw van je weerbarstige kant. Je genoot in een keer zo van alle ruimte in de buik dat je besloot dat het wel origineel zou zijn om je schouder als eerste geboren te laten worden. Niet. Geen topidee. Twee gynaecologen en een vroedvrouw met kramp in de armen later, hoorden we in de verte zeggen: “Maak de OK maar klaar, dit gaat niet lukken”.  Jij zou jezelf niet geweest zijn als je niet net op dat ogenblik een paar graden draaide en gewoon, natuurlijk, ter wereld kwam.

Ook jij was een prachtbaby. Rustig, relaxed. Je sliep veel. Je vond alles prima,  genoot van kijken naar je mobile en observeerde de wereld rondom je. Een roze nijlpaardje werd je grootste bezit.

Alles ging bij jou in een versnelling lager dan bij je broer. Je deed twee keer zo lang over een flesje en groenten- of fruitpap geven, leek een eeuwigheid te duren. Jij bepaalde het ritme, wij pasten ons aan.

Al heel snel leerde je hoe je je Grootste Broer moest bespelen. Je hoefde maar een kik te geven en alles werd je aangereikt. Je grote donkere ogen waren – en zijn nog steeds –  de ideale puppy-eyes. Geen wonder dat je dan ook geen enkele moeite deed om te kruipen. Waarom naar het speelgoed kruipen als het speelgoed ook naar jou toe kon komen?

16 maand was je toen je kon stappen. Zomaar, van de ene dag op de andere. Niets oefenen of vallen, gewoon, in een keer goed. Het lijkt alsof je gewacht hebt van een stap te zetten tot je zeker wist dat het perfect zou gaan.

Ondertussen word je al weer 2. Wat vliegt de tijd. De laatste maand maakte je een enorme sprong. Je vond in Grote Zus eindelijk een vriendin. Het is fantastisch om jullie samen bezig te zien met alle meisjesdingen. Want dat ben je, een echt meisje-meisje. Je kiest zelf je kleertjes en een broek is verleden tijd in jouw garderobe. Deze week kwam je parmantig naar ons toe gestapt met een flesje nagellak. Dat je een paar dagen later zelf je nagels – en de tafel, de stoelen en je benen – lakte, dat vergeten we even.

Beetje bij beetje begin je ook je tweelingbroer te waarderen.  Je aanziet hem niet langer als concurrentie, maar als een ‘partner in crime’.    Als de verdachte stilte in de woonkamer doorbroken wordt door jouw aanstekelijke giechel, dan weet ik al hoe laat het is.

Elizabeth, met je weerbarstige krullen, je donkere priemende ogen en je glimlach om bij weg te smelten. Je weet perfect hoe je Papa om je vinger moet winden, compleet met pruillipje. Hij kan je helemaal niets weigeren. Dat belooft voor later! Je bent de jongste van de 4 maar tegelijk ook de aanvoerster. Zo spaarzaam met zoentjes geven – mmmmmmnee gaat het dan -, maar zo gul met knuffelen en zwaaien.  Je bent een helft van een tweeling, maar zo uniek.

Net als bij je Broer, voel ik me tegenover jou ook vaak schuldig. Ik weet dat je er zo van geniet om samen een boekje te lezen, maar het komt er te weinig van. Het is zo fijn te weten dat je nooit alleen zult zijn, maar ik kan me voorstellen dat je het soms toch wel eens zou willen.

Maar vergeet nooit dat ik jou zo enorm graag zie. Dat ik geniet van jouw verkreukeld gezichtje en je ontplofte haartjes, helemaal ruikend naar slaap, als ik je ’s morgens uit bed haal. Dat ik iedere dag weer geniet van alle verhalen die je vertelt. Dat ik het superfijn vind om nog zo’n tuttig meisje in huis te hebben, dat haar popjes onderstopt in bed en gek is op spiegels en blingbling. En dat ik super trots ben als ik zie hoe je je broer troost als die weer eens ergens tegenaan geknald is.

Overmorgen ben je jarig. Wanneer je broer slaapt, dan gaan wij – de meiden onder elkaar – nageltjes lakken en je buikje insmeren met bodylotion, want daar geniet je zo van. Daarna gaan we samen boekjes lezen onder je favoriete roze dekentje. Dan mag je ’s avonds je prinsessenpyjama weer aan, gewoon, omdat je die de mooiste vindt. Volgende week vieren we je verjaardag. Dan mag je als een echte prinses naar iedereen zwaaien. Dan mag je net zolang over je stuk taart doen als je wilt, wij behoeden het wel voor eventuele kapers op de kust.

Lofjoe

Dikke kus

Je mama

P1000365  P1100698  P1040461

Niet met en niet zonder…

Al van in het prille begin hebben we geprobeerd om Kind 3 en 4 zo min mogelijk als tweeling te behandelen maar als twee aparte kindjes.  Nu is dat makkelijker gezegd dan gedaan, maar we doen ons best. Zo hebben ze bijvoorbeeld nooit samen geslapen, maar hebben ze elk hun eigen kamer, zodat ze later ook hun eigen plekje hebben.

Maar het blijft toch iets bijzonders.  Daar waar Kind 1 en 2 echt niet zonder elkaar kunnen, kunnen Kind 3 en 4 niet met en niet zonder elkaar.

Als Kind 3 eerder wakker is, dan is hij het eerste kwartier dolblij met de exclusieve aandacht en al het speelgoed voor zich alleen. Daarna gaat hij aan de deur staan, of hij doet sinds kort gewoon de deur open en loopt naar boven, om Kind 4 te halen.

Als Kind 4 dan eindelijk wakker is, dan zijn ze de eerste vijf minuten poeslief en de dikste vriendjes, maar daarna breekt de oorlog uit.  Kind 4 is momenteel fysiek de sterkste en schrikt er niet voor terug om broerlief aan broek en haren van een stoel te sleuren als zij daar wilt zitten. Kind 3 daarentegen is meer van het verbaal geweld en schrikt zijn zus af met dierlijke brulgeluiden.  We hebben iets te veel ‘doe eens een leeuw na’ geoefend.

Meestal laat ik het ze zelf samen oplossen, maar als het dan toch de spuigaten dreigt uit te lopen, zet ik wel eens een van de twee in de hoek.  Niet dat we zo’n voorstander van de hoek zijn trouwens, maar af en toe lijkt het de enige oplossing om verder onheil te voorkomen.  En wat gebeurt er dan?  Je raadt het al:  de ene staat nog maar net in de hoek of de andere komt superkwaad naar mij toegelopen. Vooral Kind 4 kan al echt stampvoetend en met vernietigende blik voor me staan, een echte meid. Het eindigt er meestal mee dat ze samen boos zijn op mama en weer gezellig samen verder spelen. Tot de volgende crisis natuurlijk. 🙂

 

IMG_3766