“Zeg me alsjeblieft dat het beter wordt..!”
Zo werd ik deze morgen aangesproken op de parking van de supermarkt door een nog relatief kersverse tweelingmama, Worstelend met een te klein winkelwagentje voor 2 maxi-cosi’s waarin de krijsende tweeling duidelijk te kennen gaf ze het er niet mee eens waren. Met wallen onder haar ogen en een rode blos van spanning en vermoeidheid.
Het enige wat ik kon zeggen is dat het effectief beter wordt, maar dat het niet voor de eerste maanden zou zijn…
Want echt, tweelingbaby’s zijn – naast fantastisch, schitterend en wonderbaarlijk – vooral erg hard werken. Twee baby’s tegelijk betekent zoveel meer dan dubbel werk, echt waar. Het is constant keuzes moeten maken: wie troost ik het eerst, met wie knuffel ik eerst, naar welk kamertje loop ik eerst als ze ’s nachts huilen. Hartverscheurend, zo midden in de nacht.
En uiteraard, je wordt er heel snel handig in. Al na een dag kun je ze tegelijk voeden, samen de trap af dragen en samen knuffelen. Maar toch, het blijft anders dan wanneer er maar een hummeltje is.
Hier op de foto’s respectievelijk 1 dag, 1 week en 10 dagen oud
Je moet nummer 1 ’s nachts wakker maken als nummer 2 een voeding vraagt en omgekeerd. Dan blijven ze in hetzelfde ritme. Is dit leuk voor hen? Nee, maar het is niet vol te houden anders. In het begin lukte het niet meteen en toen zat ik 48 u lang om het anderhalf uur een flesje te geven. Op het einde wist ik van voor niet meer dat ik vanachter nog leefde. Maar, zoals met alles in het leven, net op het moment dat je denkt dat je niet meer kunt, dat je echt op je tandvlees zit, dan gaat het plots beter.
En ja, ze dronken hun flesjes vaak alleen, ondersteund door een tetradoek. Buitenstaanders vonden dat zielig. Ik kan je verzekeren, het is nog zieliger om een van beiden een half uur te laten krijsen omdat je eerst broer of zus aan het voeden bent. Only twinparents know...
Maar hoe wij de eerste maanden zijn doorgekomen? Gewoon, verstand op nul en blijven gaan. Heel de wereld moest om ons gezin draaien. Wie er in wilde meedraaien, was welkom. Wie dat niet zag zitten, die kon vertrekken. Sympathiek was het niet, maar een mens moet iets, zo met geen slaap en 4 kleine kinderen…
Boodschappen met z’n vieren doe je zo 🙂
Maar kijk, na de mijlpaal van 1 jaar merkten we dat alles makkelijker werd. Het ‘zorgen voor’ werd iets minder en we konden steeds meer genieten. Niet dat we dat die eerste 12 maanden niet gedaan hebben, maar het was zo druk dat de tijd door onze vingers glipte… Ze leerden stappen, ontwikkelden zich net als de andere kinderen en zochten interactie met grote broer en zus.
En ondertussen zijn ze 2 geworden. We genieten, van hun drukte, van hun herrie, van hun ontwapenende verwondering over doodgewone dingen. Want dat is dan weer het voordeel: je hebt meer dan dubbel zoveel werk, maar ook meer dan dubbel zoveel plezier!
Dus lieve onbekende mama van deze morgen: Het komt allemaal goed. Over een paar jaar kun je lachen om de foto’s van die eerste maanden waarop je er als een zombie uitziet. Je zult misschien zelfs met een tikje weemoed terugdenken aan die nachtelijke overlevingstochten om ze toch maar allebei gevoed, verschoond en in slaap te krijgen, elke keer weer.
Probeer in alle hectiek toch te genieten, neem heel veel foto’s, want je vergeet zo snel. Roep op tijd om hulp als het te veel wordt en voor de rest: verstand op nul en gaan.
Zijn er nog tweeling-/meerlingmama’s die hun “overlevingstips” willen delen?