Kindjes, baby’s, tweelingen…Hoe zit dat nu?

De laatste dagen wordt er hier aan tafel nogal gediscussieerd. Over baby’s en kinderen in allerlei leeftijdscategorieën.

Kind 1 en 2 raken vaak verwikkeld in uitvoerige gesprekken over hoe het nu allemaal in elkaar zit. Zo ook een paar dagen geleden.

Kind 2: “Mattisje is een baby”. Mattis is het zoontje van vrienden, 1,5 jaar.

Kind 1: “Nee, dat is geen baby, want hij kan al lopen.”  Lopen blijkt hier dé doorslaggevende factor te zijn bij het bepalen of je wel of geen baby bent. 

Kind 2: “Ja, maar hij is wel nog klein.”

Kind 1: “Dat is omdat hij een tweeling is.”

Ik: “Maar Mattis is toch geen tweeling?”

Kind 1: “Jawel mama, hij mag toch nog niet naar school?”

Ik weer: “Nee, dat klopt, maar toch is hij geen tweeling. Een tweeling ben je als je een broer of zus hebt die op dezelfde dag jarig is.”

Kind 1: “Maar wanneer wordt hij dan een tweeling?”

Ik: “Hij wordt geen tweeling. Hij wordt gewoon groter en dan kan hij over een tijdje ook naar school.”

Kind 2: “Willem-Frederick en Elizabeth zijn wel een tweeling hé?”

Ik: “Ja, want zij zijn wel op dezelfde dag jarig.”

Kind 1: “En als ze dan naar school gaan?”

Ik: “Dan zijn ze nog steeds een tweeling. Dat zal altijd zo zijn.”

Kind 1 kijkt naar Kind 2 en zegt met een diepe zucht: “Mama is een beetje zotjes. Ze zegt dat Willem-Frederick en Elizabeth nooit kinderen zullen worden, maar altijd een tweeling zullen blijven!”

De hele uitleg en discussie die daarna nog volgde zal ik jullie besparen. Ik kan alleen zeggen dat ik nog steeds niet gevonden heb hoe ik het op een voor hen te begrijpen manier moet uitleggen. Grote kans dat er aan deze discussie dus nog een heel vervolg komt 😉

Een ochtend uit het leven van twee peuters…

Wakker worden.

Tegenspartelen, want jullie hebben geen zin om een schone luier om te krijgen. Maar o wee als ik jullie op het potje zet, dat willen jullie ook nog niet.

Nog meer tegenspartelen, want kleertjes aantrekken, daar houden jullie momenteel niet van.

Ontbijten.

Kwaad worden omdat mama vergeet dat jullie vanaf nu zelf jullie boterhammen willen smeren.

Nog kwader worden als blijkt dat de paté op is en dat de keuze beperkt is tussen choco of confituur.

Uiteindelijk toch alles opeten en vol goede moed zelf de tweede boterham smeren.

Kwaad worden omdat jullie monden en handen afgeveegd worden wegens teveel choco in een keer.

Tegen Grote Broer en Zus aan kruipen in de zetel om een flesje melk te drinken.

Kwaad worden wanneer we naar school moeten vertrekken.

Toch blij zijn wanneer jullie zien dat we met de bakfiets gaan.

Huilen als Grote Broer en Zus door de schoolpoort stappen en jullie nog niet mee mogen.

Helemaal door het dolle heen zijn als we langs een paard fietsen en luidkeels “I-AAAAAAAAAAAAAAAAAA” roepen.

Kwaad worden op elkaar omdat jullie precies op dezelfde plaats in de fiets willen zitten.

Bij thuiskomst ruzie maken over wie eerst uit de fiets getild mag worden. (Ze er tegelijk uit tillen, hielp niet, ze wilden toch écht eerder dan de ander zijn.)

Boos worden omdat jullie geen koek mogen.

“Hoera!” roepen omdat een banaan het alternatief blijkt te zijn.

Stiekem de tv aanzetten.

Boos worden omdat ik die weer uitzet.

Zonder schoenen aan naar buiten lopen en in de zandbak springen.

Gefrustreerd zijn omdat jullie sokken nat zijn, maar ze toch niet willen uittrekken.

Eenmaal weer binnen ruzie maken over een brandweerhelm, terwijl we er 2 identiek dezelfde hebben.

Als ik boos word, samen weglopen, simultaan mopperend op mama, allebei zonder brandweerhelm.

10u30. Jullie lopen zelf naar bed en geven zelfs een kusje aan elkaar.  Het maakt niet eens uit wie ik eerst onderstop.

Ach, die zalige peuterpubertijd, nu x 2.   Ik kijk al uit naar de volgende fase. De fase waarin ze niet meer zo gefrustreerd zullen zijn x2 🙂

P1060566

Zeg me alsjeblieft dat het beter wordt…

“Zeg me alsjeblieft dat het beter wordt..!”

Zo werd ik deze morgen aangesproken op de parking van de supermarkt door een nog relatief kersverse tweelingmama, Worstelend met een te klein winkelwagentje voor 2 maxi-cosi’s waarin de krijsende tweeling duidelijk te kennen gaf ze het er niet mee eens waren. Met wallen onder haar ogen en een rode blos van spanning en vermoeidheid.

Het enige wat ik kon zeggen is dat het effectief beter wordt, maar dat het niet voor de eerste maanden zou zijn…

P1080984

Want echt, tweelingbaby’s zijn – naast fantastisch, schitterend en wonderbaarlijk – vooral erg hard werken. Twee baby’s tegelijk betekent zoveel meer dan dubbel werk, echt waar. Het is constant keuzes moeten maken: wie troost ik het eerst, met wie knuffel ik eerst, naar welk kamertje loop ik eerst als ze ’s nachts huilen. Hartverscheurend, zo midden in de nacht.

En uiteraard, je wordt er heel snel handig in. Al na een dag kun je ze tegelijk voeden, samen de trap af dragen en samen knuffelen. Maar toch, het blijft anders dan wanneer er maar een hummeltje is.

P1000345  P1000368 P1000369

Hier op de foto’s respectievelijk 1 dag, 1 week en 10 dagen oud

Je moet nummer 1 ’s nachts wakker maken als nummer 2 een voeding vraagt en omgekeerd. Dan blijven ze in hetzelfde ritme. Is dit leuk voor hen? Nee, maar het is niet vol te houden anders. In het begin lukte het niet meteen en toen zat ik 48 u lang om het anderhalf uur een flesje te geven. Op het einde wist ik van voor niet meer dat ik vanachter nog leefde. Maar, zoals met alles in het leven, net op het moment dat je denkt dat je niet meer kunt, dat je echt op je tandvlees zit, dan gaat het plots beter.

P1020443

En ja, ze dronken hun flesjes vaak alleen, ondersteund door een tetradoek. Buitenstaanders vonden dat zielig. Ik kan je verzekeren, het is nog zieliger om een van beiden een half uur te laten krijsen omdat je eerst broer of zus aan het voeden bent. Only twinparents know...

Maar hoe wij de eerste maanden zijn doorgekomen? Gewoon, verstand op nul en blijven gaan. Heel de wereld moest om ons gezin draaien. Wie er in wilde meedraaien, was welkom. Wie dat niet zag zitten, die kon vertrekken. Sympathiek was het niet, maar een mens moet iets, zo met geen slaap en 4 kleine kinderen…

P1020077 Boodschappen met z’n vieren doe je zo 🙂

Maar kijk, na de mijlpaal van 1 jaar merkten we dat alles makkelijker werd. Het ‘zorgen voor’ werd iets minder en we konden steeds meer genieten. Niet dat we dat die eerste 12 maanden niet gedaan hebben, maar het was zo druk dat de tijd door onze vingers glipte…  Ze leerden stappen, ontwikkelden zich net als de andere kinderen en zochten interactie met grote broer en zus.

IMG_0541

En ondertussen zijn ze 2 geworden.  We genieten, van hun drukte, van hun herrie, van hun ontwapenende verwondering over doodgewone dingen. Want dat is dan weer het voordeel: je hebt meer dan dubbel zoveel werk, maar ook meer dan dubbel zoveel plezier!

IMG_5469

Dus lieve onbekende mama van deze morgen:  Het komt allemaal goed. Over een paar jaar kun je lachen om de foto’s van die eerste maanden waarop je er als een zombie uitziet. Je zult misschien zelfs met een tikje weemoed terugdenken aan die nachtelijke overlevingstochten om ze toch maar allebei gevoed, verschoond en in slaap te krijgen, elke keer weer.

Probeer in alle hectiek toch te genieten, neem heel veel foto’s, want je vergeet zo snel. Roep op tijd om hulp als het te veel wordt en voor de rest: verstand op nul en gaan.

Zijn er nog tweeling-/meerlingmama’s die hun “overlevingstips” willen delen?

Niet met en niet zonder…

Al van in het prille begin hebben we geprobeerd om Kind 3 en 4 zo min mogelijk als tweeling te behandelen maar als twee aparte kindjes.  Nu is dat makkelijker gezegd dan gedaan, maar we doen ons best. Zo hebben ze bijvoorbeeld nooit samen geslapen, maar hebben ze elk hun eigen kamer, zodat ze later ook hun eigen plekje hebben.

Maar het blijft toch iets bijzonders.  Daar waar Kind 1 en 2 echt niet zonder elkaar kunnen, kunnen Kind 3 en 4 niet met en niet zonder elkaar.

Als Kind 3 eerder wakker is, dan is hij het eerste kwartier dolblij met de exclusieve aandacht en al het speelgoed voor zich alleen. Daarna gaat hij aan de deur staan, of hij doet sinds kort gewoon de deur open en loopt naar boven, om Kind 4 te halen.

Als Kind 4 dan eindelijk wakker is, dan zijn ze de eerste vijf minuten poeslief en de dikste vriendjes, maar daarna breekt de oorlog uit.  Kind 4 is momenteel fysiek de sterkste en schrikt er niet voor terug om broerlief aan broek en haren van een stoel te sleuren als zij daar wilt zitten. Kind 3 daarentegen is meer van het verbaal geweld en schrikt zijn zus af met dierlijke brulgeluiden.  We hebben iets te veel ‘doe eens een leeuw na’ geoefend.

Meestal laat ik het ze zelf samen oplossen, maar als het dan toch de spuigaten dreigt uit te lopen, zet ik wel eens een van de twee in de hoek.  Niet dat we zo’n voorstander van de hoek zijn trouwens, maar af en toe lijkt het de enige oplossing om verder onheil te voorkomen.  En wat gebeurt er dan?  Je raadt het al:  de ene staat nog maar net in de hoek of de andere komt superkwaad naar mij toegelopen. Vooral Kind 4 kan al echt stampvoetend en met vernietigende blik voor me staan, een echte meid. Het eindigt er meestal mee dat ze samen boos zijn op mama en weer gezellig samen verder spelen. Tot de volgende crisis natuurlijk. 🙂

 

IMG_3766

Een tweeling? Echt?

Ik weet het, het internet staat vol met lijstjes van wat dan wel de meest irritante, absurde of idiote vragen en opmerkingen over het hebben van een tweeling zijn. Hierbij mijn uit het leven gegrepen persoonlijke top 5:

5. “Amai, daar zit precies ook niet veel tijd tussen”

Nee, 24 minuten om precies te zijn, het is namelijk een tweeling.

4. “Goh, vind je het niet jammer dat het geen echte tweeling is?”

Euhm. Ok. Het is niet omdat het een jongen en een meisje is, dat ze minder echt zijn.  Maar kom, in het Frans worden ze ook ‘des faux jumeaux’ genoemd, dus er blijken hele bevolkingsgroepen te zijn die deze opvatting delen.

In ieder geval, ze zaten toch waarlijk samen in mijn buik en zijn er quasi tegelijk uitgekomen, dus voor mij is het een echte tweeling.

3. “Ben je snel hersteld na de keizersnede?”

Ook van een tweeling kun je dus gewoon natuurlijk bevallen. Niet gelogen. Ik was echt niet de eerste tweelingmama die het zo deed. Zo speciaal ben ik nu ook weer niet.

2. “Oh, super, een tweeling, dat is veel goedkoper”

Ja, tuurlijk. Als we op uitstap gaan dan nemen we maar een van de twee mee zodat we geen dubbele buggy moeten aanschaffen.  Uiteraard slapen ze ook in een beurtsysteem zodat 1 babybedje volstaat.  Nee. Een tweeling is op bepaalde vlakken een behoorlijke hap uit het budget.  Je heb nu eenmaal veel dingen dubbel nodig, daar waar je normaal gezien iets van Kind 1 naar Kind 2 kunt doorschuiven.   Maar laat dat de pret niet drukken!

En dan met stip op 1: “Oh, maar ik weet wat dat is hoor, wij hadden ook twee kinderen kort op elkaar”

Whaaaaaaaaaa. Mag ik gillend wegrennen? Hier komt mijn haar van recht. Neem het van mij aan, het is niet hetzelfde.  En wij hebben bovendien vergelijkingsmateriaal, dus recht van spreken. Nah. Een tweeling vergt de eerste maanden ontiegelijk veel meer energie en organisatie dan een baby en een 14-maander samen. Bij twins heb je nu eenmaal twee hulpeloze wezentjes tegelijk, die dubbel zoveel decibels produceren als ze honger hebben en een schone luier willen. Een ouder kind kun je uitleggen dat het even moet wachten, een even oude baby niet. Een iets ouder kind kan al dingen zelf, de tweede baby niet.

Maar ook dat is een kwestie van verstand op nul en gewoon verder doen.  Nu ze 19 maand zijn, is het al veel makkelijker, dus de toekomst ziet er rooskleurig uit!

Haalden net niet de top 5: “Amai, in jouw plaats, ik was onder een trein gesprongen”, “Oei, zorg maar dat de Wederhelft nu geen ander zoekt” en niet te vergeten: “Een tweeling, waarom heb je dat nu gedaan?!”

Maar gelukkig zijn en waren er ook de erg leuke reacties; van vrouwen die zelf een tweeling hadden, van mensen die de helft van een tweeling zijn en van verrassend veel dames die zeiden dat ze  stiekem ook altijd gehoopt hadden op een tweeling.

Want het blijft inderdaad toch iets unieks, zo’n tweeling 🙂

P1000928